Zonder verstand

Een heel aantal jaar geleden verloor ik mijn verstand. Niet letterlijk, ook niet figuurlijk. Er bleef wat van over en ik bleef normaal, wat dat ook moge betekenen. Maar ik kreeg geheugenproblemen, snapte dingen die ik daarvoor begreep ineens niet meer en kon me nauwelijks nog concentreren. Het voelde alsof ik in mijn eigen hoofd minder ruimte had om te denken. Alsof ik in een cel met tralies rondom zat. Ik zag de dingen waar ik eerder bij kon, maar ze lagen nu buiten mijn bereik. Ik zat opgesloten. De oorzaak was, zo denk ik, een ingrijpende gebeurtenis, en het gevolg was op twee manieren moeilijk. Ik ben een denker, mijn hoofd draait van nature overuren. Ik wil de dingen begrijpen, ik studeer en lees graag. Mijn vakgebied, de pastorale, geestelijke zorg, ik raak er niet over uitgedacht. En dus ervoer ik het als een handicap, dat mijn verstandelijke vermogens ineens zo waren aangetast. Maar er is meer. Want denken helpt mij om het leven ook een beetje oke te leven, het is een copingmechanisme dat goed werkt.

Na een paar jaar rouwen om dit verlies, kon ik de knop omzetten. Oke, ik functioneer op dit vlak dus niet meer goed. Dit is het dan. Maar zoals iemand die blind wordt nieuwe vaardigheden ontwikkelt, zo merkte ik dat er ook voor mij een nieuwe wereld openging. En ook dat was ingrijpend. Wonderlijk verrassend, wel gezegd. Die nieuwe ruimte heeft mijn leven rijk gemaakt. Dat ging niet van de ene op de andere dag. Goede dingen hebben tijd nodig. Langzaam verdiepte zich mijn gevoelsleven en kwam er meer ruimte voor mijn hart. Ik leerde dat mijn hoofd me had geholpen, maar me ook had afgeschermd. Er bleek een andere cel te zijn geweest, waar ik al die jaren in was geweest. Een waarvan ik me totaal niet bewust was geweest. Wat ik leerde is moeilijk in woorden te beschrijven.

Inmiddels is dit al weer jaren geleden. Onderwijl heb ik mijn verstand grotendeels weer teruggevonden. Ik geniet er ook weer van, ik kan weer studeren. Maar de weg naar het hart is me dierbaarder geworden. Het is een weg, Gods weg met mij. Zo tenminste heb ik dat ervaren. En op deze weg begon de stilte betekenis te krijgen, misschien juist wel in haar ogenschijnlijke betekenisloosheid. In de stilte, als het denken tot zwijgen komt, opent zich een ruimte die ongekend is. Er zijn geen woorden voor. Al het menselijke wordt hier stil, zo ver dat kan, maar er blijft Iemand over.

Dat besef, dat God er is als al het andere wegvalt, dat is de christelijke hoop waartoe ik mij verhoud. En het is dat besef dat doorwerkt in het pastoraat. Als alles wegvalt in het leven, dan is er Iemand die er is, die draagt en er zal zijn. Het is pijnlijk om verliezen te moeten ervaren. Rouw is rauw. Maar het is hoopgevend, dat niets ons van Gods liefde scheiden kan, die Hij gaf in Christus Jezus.

Op onze levensweg worden we geconfronteerd met ingrijpende verliezen. We kiezen daar niet voor, integendeel. God zij gedankt voor wat Hij ons geeft aan goede dingen, aan dierbare mensen om ons heen. Maar als we iets of iemand verliezen, dan blijft de grond onder onze voeten bestaan. Dat heb ik ervaren in het aanvaarden van het (uiteindelijk tijdelijke) verlies van mijn verstand. En ik zoek het in de stilte. Dat denken, dat ik ongewild verloor, ik probeer het nu bewust in de stilte los te laten. Gods ongekende aanwezigheid is wat dan blijft.

Het is de ervaring van velen, dat verliezen ons op nieuwe wegen brengen. Ik had mijn weg niet kunnen verzinnen, maar God is trouw en creatief. Ik had het niet bedacht. Dat denken is zo nodig niet.

Deze blog is geschreven door ons lid Hanny Röhm, pastoraal werker in de NGK Utrecht, op persoonlijke titel. Vragen en opmerkingen over deze blog worden doorgestuurd naar de schrijver.