De kerkelijk werker komt in steeds meer gemeenten in beeld. Hij of zij biedt meerwaarde als een vaste kracht in de verschillende kerken, bijvoorbeeld wanneer vrijwilligers aansturing en coördinatie nodig hebben. De kerkelijk werker kan coachen in hoe iets goed aangepakt, opgezet en uitgevoerd kan worden.
Ook wanneer het gaat om verscheidenheid in de gemeente, wanneer mensen verschillend denken, kan de kerkelijk werker een grote rol spelen in de gesprekken die uit deze verschillen voortkomen. Van de kerkelijk werker mag je verwachten dat hij in staat is verbinding te leggen. En kerken kunnen gebruik maken van die verbindende expertise.
Om een voorbeeld te geven: Sinds de laatst gehouden synode van de GKV te Meppel is aan alle gemeenten in het kerkverband de ruimte gegeven om alle ambten open te stellen voor vrouwen. Een situatie die nieuw is, waar lang naar toe gewerkt is en waarvan dit besluit de uitkomst is. Een situatie die de nodige impact zal hebben in de kerken.
De synode van Meppel stelt duidelijk; ‘de kerken zijn nu aan zet’. En de vraag is dan; Hoe gaan wij hier mee om in onze kerken? Kunnen we elkaar vast blijven houden? En hoe doen wij dit dan? Dat zal in de praktijk moeten blijken.
Als bestuur van de vereniging voor kerkelijk werkers LUCEO hebben wij bij elkaar gezeten met enkele leden. Mensen met ruime ervaring in het kerkelijk leven. We hebben onszelf de vraag gesteld welke rol de kerkelijk werker kan innemen in het proces waarin dit synodebesluit tot uitvoer zal komen.
Al gauw kwamen wij tot de conclusie dat we de rol van de kerkelijk werker niet zozeer zien in het komen tot de uitkomst, maar vooral in het bewaken van en het bijdragen in een zorgvuldig proces.
We zien in de kerken dat er verschillend wordt gereageerd. Er zijn predikanten die stelling nemen tegen het synodebesluit en er zijn predikanten die voorop lopen in het toejuichen van dit besluit. Ook zien we dat er gemeenten zijn waar nauwelijks wordt gesproken over het besluit. Wellicht met de gedachte ‘wat je aandacht geeft groeit, dus als we zwijgen, dan gaat het wellicht (voorlopig) onze kerkdeuren voorbij…’.
Waar wij als kerkelijk werkers onze bijdrage willen leveren is, ‘het proces’. En vooral de zorgvuldigheid van het proces. Dan kijken we breder. Er is veel meer in ontwikkeling in de kerken. Wij zien het als onze rol om kerkenraden en gemeenteleden bewust te maken van de gevolgen die welk besluit dan ook zal hebben in de praktijk.
De praktijk
Stel, een gemeentelid meldt n.a.v. het synodebesluit aan zijn predikant dat dit voor hem een zwarte dag is. Zijn predikant reageert nauwelijks. Maar zodra zijn predikant publiek iets mag zeggen over het besluit, dan steekt hij zijn enthousiasme hierover niet onder stoelen of banken.
Voor het gemeentelid zitten we op een cruciaal punt, dit is voor hem heel principieel. Hoe serieus voelt hij zich genomen, nu hij zijn hart heeft laten spreken; Hoe verzamelt hij zondag aan zondag de moed om weer naar de kerk te gaan en zich te scharen onder het gehoor van zijn predikant; Wie heeft oog en oor voor hem?
Ander voorbeeld; Als groep vrouwen in de gemeente hebben ze er veel over gesproken. Eindelijk is het verlossende besluit gekomen. Met gejuich deelden ze het in hun WhatsApp-groep. En nu ligt het in de handen van de kerken. Maar vanuit de kerkenraad horen ze niets. Als één van hen aanklopt bij haar ouderling, krijgt ze te horen dat op de kerkenraad niet gesproken is over dit onderwerp. En nee, hij verwacht ook niet dat de kerkenraad dit punt hoog op zijn agenda zal hebben. Ondertussen zijn ze bij een vriendin in een andere gemeente al 3 gemeenteavonden bij elkaar geweest. De opkomst was daar nog nooit zo hoog. En de sfeer ontzettend goed en eensgezind. Het lijkt erop dat ze bij haar in de gemeente binnenkort het besluit gaan invoeren.
Hoe gaan deze vrouwen om met de in hun ogen ‘bekrompen’ situatie in hun eigen gemeente. Wie heeft oog en oor voor hen?
Het zijn twee zeer uiteenlopende voorbeelden. Met allebei de concluderende vraag: wie heeft oog en oor voor hen? Daaraan verbonden de vraag; wie staat in de kerk op om op te komen voor hen die zich niet gehoord en gezien voelen?
Lijden aan de kerk
De term is gevallen; lijden aan de kerk. Of… ‘rouwen om de kerk’. En dan hebben we het over een aspect dat veel breder voert dan het synodebesluit over man/vrouw.
We spreken over een tendens die we waarnemen; mensen die zich in de kerk niet langer gehoord en gezien voelen. Of misschien moeten we zeggen, die zich al sinds lange tijd niet gehoord en gezien voelen. Die het gevoel hebben dat ze overlopen worden door de verbaal sterkeren. Soms een kleine minderheid, die toch de belangrijke posities betrekken.
Hun zorg is oprecht en gemeend, met liefde voor de kerk en voor de Heer van de kerk Jezus Christus!
Wanneer je dieper met ze doorpraat dan blijkt dat het woord rouwen er niet ver naast zit. Er zijn mensen die het gevoel hebben dat hun kerk een beetje dood gegaan is. Wat er was, is er niet meer. Of andersom; ‘wat ik wens dat er zou zijn, lijkt hier nooit te komen’. Het is een vorm van rouwen, omgaan met verlies, wat soms veel dieper gaat dan je in eerste instantie als buitenstaander had ingeschat.
De rol van de kerkelijk werker
Wij zijn van mening dat de kerkelijk werker als HBO-theoloog in dit soort processen een belangrijke rol kan hebben. Als je bovenstaande zo leest dan zie je dat pastorale aandacht heel belangrijk is. Ook al is lang niet elke HBO-theoloog pastoraal werker, kerkelijk werkers zijn vaak de praktische mensen die goed in staat zijn om verbinding te maken tussen de verschillende groepen. En kerken kunnen gebruik maken van die verbindende expertise. Om een voorbeeld te geven; we merken dat steeds meer kerken er alles aan willen doen om de jeugd vast te houden, maar dat het vaak gewoon niet lukt. Goedwillende gemeenteleden met hart voor jongeren, steken al hun beperkte tijd en middelen in de jongeren. Maar de jongeren lijken toch steeds meer af te haken en de betrokken gemeenteleden raken steeds meer teleurgesteld. Dan blijkt het vaak een uitkomst als er een jongerenwerker aangesteld kan worden! Iemand die goed is opgeleid op dit gebied. Iemand die er meer tijd, energie en kennis in kan steken. Hij of zij kan hierdoor meer gericht werken aan de verbinding tussen jongeren en God en aan de onderlinge verbinding tussen jong en oud(er). Uiteindelijk is het God die zorgt voor de ultieme verbinding, onder Zijn zegen kan de kerkelijk werker hier op een professionele manier mee aan de slag.
De kerkelijk werker heeft veel te bieden aan de kerken. En dan met name om het proces van verandering te begeleiden en zo de verbindende factor te zijn, dan wel kerken(raden) bewust te maken van het belang om de verbinding te zoeken. Juist ook met hen die zich vervreemd gaan voelen van de kerk. Hoe kun je open staan voor hen, hoe kun je echt gezamenlijk het proces met ze gaan. Als dat gezamenlijk lukt, dan zal iedereen meer vrede kunnen hebben met de uitkomst, hoe die ook is.
Eenheid, verbondenheid
Wij menen dat de kerken staan op een belangrijke kruising. De vraag is niet wat wij vinden van de vrouw in het ambt en wanneer we dit besluit gaan implementeren. De vraag is wat ons betreft; hoe zoeken we samen naar verbinding. Verbinding met God en met elkaar. Samen als kerk van Jezus Christus. En dan is de vraag: hoe gaan wij met dit besluit om? Hoe zullen wij aandacht hebben voor alles wat er leeft?
Wij geloven in 1 herder en één kudde. Hoe houd je die bij elkaar? Als dat voorop staat dan begrijpen we de essentie van Jezus’ woorden die bad: 9Ik bid voor hen. Ik bid niet voor de wereld, maar voor de mensen die u mij hebt gegeven, omdat zij van u zijn 10– alles wat van mij is, is van u, en alles wat van u is, is van mij – en omdat in hen mijn grootheid zichtbaar geworden is. 11Ik ben al niet meer in de wereld, ik ga naar u toe, maar zij blijven wel in de wereld. Heilige Vader, bewaar hen door uw naam, de naam die u ook aan mij gegeven hebt, zodat zij één zijn zoals wij één zijn.
Bestuur LUCEO,
Jaap Almekinders
Peter Baas
René Beiboer
Wubbo van Herwijnen
Willem Klapwijk